STANDEN IN HET GENADELEVEN 

 

Gen.32:22-32;

Zingen: Ps. 72:6,7; Ps. 40:1,8; Ps. 77:11;   

Inl: versch. beelden: mensenleven, Zaaier (halm, enz), school en onderwijs, enz;

 

I Verkenning (actuele discussie, gangbare voorstelling):

Typering: Moerkerken: Genadeleven en genadeverbond > ontwikkeling van zuigelingen naar vaders; zoals Johannes onderscheidt: kinderen, jongelingen en vaders (vdZwaag, pag.799);

onbewuste wedergeboorte;  Christus een verborgen Persoon; verschil tussen inplanting en omhelzing van Christus; de heilsfeiten worden in de ziel beleefd; exemplarische prediking;  er is onderscheid tussen het toevlucht nemen tot Christus en de openbaring van Christus en ook de vierschaarbeleving (dodelijkst tijdsgewricht);  actus directur en reflexus; verschil tussen zijn en bewustzijn; de toeleidende weg;

Voor en onder het recht;

 

Nadere verklaring en precisering bij van de Ketterij (De weg in woorden). Zie hiervoor vdZwaag blz. 362 ev.

 

2. stations (zoals bijv. wedergeboorte, keuze, ontdekking, afsnijding, vrijspraak en verzoening, vadernaam, heiliging) aan de spoorbaan, ketting van schakels; een zekere systematiek; modelbekering; denk hier eens aan een vliegreis of een autorit naar bijv. Moskou; woestijnreis?

Komt in de prediking uit als een te volgen route; hebt u een station gemist, dan mist u alles; zo ook de gezelschappen; hier de diversiteit rond de jongerenavonden ontstaan?

 

3 . wedergeboorte en rechtvaardiging van elkaar losgemaakt;

 

4. Christus verder weg geplaatst (Spurgeon en Bunyan);  zien is geen hebben; bedekte en vergeven schuld;

 

5. men spreekt dan niet meer over graden van bewustwording en beleving, maar over feitelijk deelgenootschap en persoonlijk geloofsbezit (men heeft het nog niet, ipv. van: men kent het nog niet); dit heel sterk bij P. Blok;

 

6. Duidelijke scheidslijn tussen bekommerden en bevestigden als twee feitelijke blokken en kerken;

 

7. Een duidelijke aanduiding in wat van der Poel eens aangaf: lijkenhuis (geboren), tuchthuis (bediening van de wet), rechthuis (gerichtspassering), vaderhuis.

 

8. De vierschaarbeleving neemt hier een grote, overheersende plaats in;

 

9. Analogieën: stadia in  het natuurlijke mensenleven, in de natuur, zaaien en maaien, of de lijn vanuit het OT naar het NT;

 

II  Heilige Schrift:

 

1. Psalm 32, 130, Romeinenbrief, Mattheus 3 (JdD), Handelingen 2 (prediking) etc. geven bepaalde orde aan; drie stukken van de HC;

 

2. Heilsorde in de HS? Schrift kent wel momenten, maar geen traject! Rom.8:30; Hosea 2; Jesaja 30; Ezech. 37; Gal.4; Efeze 2; Ruth en Jona; wel momentopnamen, zoals schat in akker, tarwegraan. Terugval in de gemeenten der Galaten; Maria en Martha (Lukas 12); Bethel en Pniël in Jakob’s leven; dit zijn allemaal voorvallende zaken in de ziel, maar het zijn geen achtereenvolgende stadia.

 

3. Biografieën van Bijbelheiligen, zoals Abraham, Jakob, Mozes, David, Jeremia, JdD, Paulus? Geen vastomlijnde volgorde; juist daarin ook onderlinge verschillen op te merken.

 

4. De weg der discipelen en de weg van de Borg Christus? Na Pinksteren nog steeds zo? Geen identieke belevingen en regels. Zeker leven wij in een andere tijd dan de discipelen, maar als het toen kon voorkomen, kan dat ook nu nog het geval zijn. Ik denk dan aan de profetische bediening voorafgaande aan de priesterlijke.

 

5. Bekeringen in de HS > Manasse, verl. Zoon, Levi en Zacheus, Samaritaanse Vrouw, blindgeborene, 3000, Saulus van Tarsen, Stokbewaarder, enz. Ook hier weer de verscheidenheid, geen schema.

 

6. Sprekende teksten, zoals 1 Cor.3:1v; Ef. 4:14,15; Hebr.5:11v; 6:1; 1 Petr.2:2; 1 Joh.2:12-14;

Hier in is er sprake van kinderen in het geloof (in Christus); waaraan kennen we deze kinderlijke gestalte? In de vatbaarheid voor allerlei kwalen, in de lichtverteerbare voeding; hier geen aanleiding om direct te spreken over standen; kinderen zijn wel volwaardige mensen!

 

7. Hoe in Confessie? HC > drie stukken (vd Zwaag meent dat ellendekennis buiten het geloof staat? Meestal denkt men anders, zoals Smits, R. Kok, Wisse, Vreugdenhil, Huisman); DL: III,IV > vanaf 11;

 

III  Beoordeling  (verwerking of toetsing of onderzoek):

 

1. Wel reeële zaken, maar geen vast traject; noch in prediking, noch in mensenlevens; noch ook in Belijdenisgeschriften (DL); grote variatie > Levi, Zacheus, Saulus; de een van voren….;

Onbedoeld gevaar: men krijgt grond onder de voeten buiten Christus;

De tekst niet uitleggen naar het schema;  Men zou God de weg kunnen voorschrijven; Schema wordt over de tekst, over het Woord gelegd en niet omgekeerd; ook over de levensgang van de Bijbelheiligen;

 

Te veel in de standen blijven steken; ophouders op de weg (Elim);

 

VdZwaag meldt de kritiek ook van Maasland (zelfconcentratie, niet afsnijdend genoeg, niet christocentrisch); Tj. De Jong: systematiek; uitlegkundige fouten (Anna, Simeon); vd Meij: tegen de standen van Bethel en Pniël; beter terecht bij brieven van Paulus (Romeinen en Galaten, en ook bij Calvijn); van ’t Spijker: stevige bedenkingen; de stand secundair in vergelijking met de staat!! `tussenweg tussen Kok en Steenblok; C. Harinck: opponeert vooral tegen de weg der discipelen en de weg van Christus;  

Hier worden bepaalde "missende” mensen misschien te veel gespaard.

 

 Teksten over groei en opwassen geven wel een structurele orde aan; hierboven deze teksten genoemd;

Zie ook Joh. 14:26; 16:13-15 (ál de waarheid); Mate van Christuskennis en bediening vd Hgeest;

Bijbelse groei heeft meer te maken met de heiliging dan met slechts de rechtvaardiging; 


2. Positief: rijke variëteit, voortgaand onderwijs en inzicht; Wassen en minder worden;

Plaats van Christus centraal, maar dan in Bijbelse volheid : PPK, onderwijs van Christus;

 

Kremer: Christusprediking niet ten koste van trinitarische prediking; In prediking en beleving op achtergrond gerakend; Leert men deze drie Personen kennen, ieder afzonderlijk? Dat vind ik een belangrijker gegeven. Kremer spreekt over heilsbeschikking, heisverwerving en heilsbediening.

 

Geven drie stukken  een orde aan, ook chronologisch? Dat denk ik ongetwijfeld. Het is tegelijk meer want het herhaalt zich een mensenleven lang; maar men kan niet zeggen: Neem eerst Jezus aan en dan leer je de drie stukken wel nader kennen. Christus leert de wet kennen: dat betekent dat Christus ook reeds in het stuk der ellende aanwezig en werkzaam is.

 

Spelen hier gevaren van de Evang. richting? Men is direct en van meetaf bij Christus, en daarna geen nieuwe dingen meer, geen arme zondaar meer, enz. Voor dat uiterste moeten we waarschuwen. Dan hebben we het wildbraat wel te haast geschoten.

 

Psychologische factoren: hoe komt het dat de gezelschappen hier terecht kwamen?

 

Ik noem met nadruk De Christenreis en de Christinnereis, alsook De heilige oorlog van Bunyan;

 

Er zijn vaste lijnen, markerende zaken, kruispunten, grensposten, chequepoints.

Zeker. Denk aan de drie stukken (Psalm 130; Romeinenbrief). Heilsorde?! (let goed op de volgorde; hoe is deze bedoeld?) Leven onder de wet en onder de genade (Rom.;Gal). In de heiliging: een wettische of een evangelische heiligmaking.